top of page

Hoofdstuk 1

 

Hoe groot is nou de kans dat het gebeurd.

 

Tim had wel eens gelezen, dat de kans om wat te winnen in de staatsloterij, miniem zou zijn. Ongeveer een op de twintig miljoen. Op een hoofdprijs dan wel te verstaan.

De kleine prijsjes waren ook niet dik gezaaid maar dat wilde nog wel eens lukken. Aan de andere kant, de kans om te winnen zonder lot, was nog veel, veel kleiner.

Al mijmerend over zijn kansen, trapte hij tegen de wind en de regen in naar het centrum. Hij had besloten maar eens een keer mee te doen. Samen met zijn vrouw Jelka had hij het er vaak over gehad. Maar ze kwamen altijd op het zelfde gezegde uit. Als je niet meespeelt heb je altijd een eigen geld. En die instelling paste beter bij hun budget dan meespelen. Maar als je niet speelt kan je ook niet winnen. Je kunt dan wel gaan zitten fantaseren over wat je allemaal met dat geld zal gaan doen, maar dat was eigenlijk een zinloze exercitie. Dus vandaag zou het eens gebeuren. Hij had voor een klusje bij de buren een extraatje gekregen en besloten om dat maar eens aan een lot te gaan besteden.

Druipend van de regen zette hij zijn fiets tegen een hek, slot erop en sleutel in de linker zak. Een eigenaardigheid die hij van zijn vrouw had overgenomen. Het voordeel was in elk geval dat je nooit naar je fietssleutel hoefde te zoeken. Binnen in de winkel was het lekker warm, hij liep langs de rekken met boeken een keek naar de titels. Niet dat hij van plan was een boek te kopen, want dat kon bruin niet trekken. Maar om even op te warmen.

Gelukkig had hij thuis een E-reader met een hoop boeken in de digitale uitvoering. Lang geleden gekregen van zijn zus en daar zou hij het mee moeten doen. Toch zag hij heel wat nieuwe titels die hij wel zou willen lezen, die niet in zijn digitale boekenkast stonden. Maar ja, zoals een neef van hem altijd zei “het begeren is meer dan het bezitten” en dat was ook vaak zo. Je kon jaren lang ergens naar verlangen en als het je dan eenmaal ten deel viel, was het bezit daar en het verlangen verdwenen. Jammer want het was toch ook wel fijn ergens naar uit te kunnen kijken.

‘Kan ik u ergens mee helpen’. Hij schrok op uit zijn mijmering. Een aardige jongedame was zonder dat hij er erg in had naast hem komen staan. Aan haar kleding te zien hoorde ze bij de winkel. ‘Ja, o ja, maar ik kom niet voor een boek hoor. Ik wil een staatslot met jackpot als het kan’. ‘Maar natuurlijk, ik zal er een voor u uitdraaien, wat voor eindnummer had u willen hebben’.’Een winnend nummer, maar dat heeft u vast wel eens vaker gehoord’. ’Ja hoor, dat vraagt iedereen en dan zeg ik altijd, ik doe mijn best maar ik kan niks beloven, dus bij deze. Dat is dan zeventien vijftig’. Hij betaalde en zag uit een ooghoek krasloten op de toonbank staan. En omdat hij toch in een gokstemming was nam hij er twee mee. Zijn fiets stond  nog netjes op hem te wachten en hij viste de sleutel zonder nadenken uit zijn linker zak. Terug naar huis had hij de wind wel maar de regen niet mee. Het begon te hozen, maar er waren geen plekken waar hij kon schuilen dus trapte hij maar door.

Tim stelde zich voor dat hij in een warm land langs de boulevard reed met de zon op zijn rug. Dat deed hij wel vaker als dingen niet zo liepen als hij wilde. Maar dat beeld kon hij maar even vast houden. Het verdween als een klappende luchtballon toen een straaltje regenwater via zin kraag in zijn nek liep. De onuitgesproken vloeken spoorde hem aan nog harder te gaan trappen en hij was thuis voor hij er erg in had. Snel de fiets in de schuur en naar binnen. “Koffie en een handdoek ik ben verzopen”. Jelka, zijn vrouw, gaf hem een handdoek en keek hem schuins aan. ‘Voor een drenkeling beweeg ja anders nog volop. Waar was je nou, ik dacht dat je bij de buren was’. ‘Was ik ook, maar ik ben even naar het centrum geweest en heb een lot in de loterij gekocht’. Had je beter een lot uit de loterij kunnen kopen antwoordde Jelka misschien dat we dan eens wat zouden winnen. ‘Ja, maar wie niet speelt zal ook niet winnen en ik heb hier een goed gevoel over. Als ik ben opgedroogd heb nog een paar krasloten voor bij de koffie’. Leuk, maak ik even een  bakkie antwoordde Jelka terwijl ze het koffie apparaat aanzette. Tim haalde de twee krasloten en het staatslot uit zijn natte jas. De loten zagen er uit als vaatdoekjes, zo nat waren ze. ‘Nou daar kan je voorlopig niet mee krassen want dan zit je zo door het papier heen. Leg ze maar even op de verwarming dan kunnen ze drogen’. ‘Eerst maar koffie, dan kunnen we altijd die hoofdprijs nog krassen toch’. De koffie smaakte beter als anders, maar dat kon best verbeelding zijn. Het was lekker warm en goed om weer thuis te zijn.

Wanneer trekt die staatsloterij eigenlijk vroeg Jelka. ‘Volgens mij altijd op de tiende dus dat is morgen al’, antwoordde Tim die toch voorzichtig aan een kraslot zat te punniken. ‘Het gaat wel als je het voorzichtig doet’. En toen was het een poosje stil want er werd door alle twee voorzichtig gestuft in plaats van gekrast. Maar het eind resultaat was dat er door Tim noppes en door Jelka een gratis lot werd gewonnen. ‘Nou als dat een voorbode van de grote trekking van morgen is, mogen we wel een brandkast gaan aanschaffen’, zei Jelka. Terwijl ze het lot van Tim versnipperde en haar eigen lot en het staatslot aan de koelkast plakte met een magneetje. ‘Zo, zelfs een lot met jackpot jij durft’. ‘Ja, ik dacht ik heb een extraatje met dat klusje bij de buren we doen is een keer gek. Het ergste dat ons kan gebeuren is dat we kunnen zeggen, zie je nou wel, als je geen lot had gekocht hadden we een eigengeld gehad’.

‘Wie zal het zeggen voorlopig ga ik maar van uit dat we niets hebben, kan het altijd nog meevallen’. ’Daar heb ik je wel eens anders over horen praten. Dan konden we uren fantaseren over wat we allemaal met dat geld zouden gaan doen’. ‘Ja, dat was toen, maar je moet toch toegeven dat er al die jaren niks van is uitgekomen’. ‘Dat wel natuurlijk, maar hoe vaak spelen we nou daadwerkelijk mee’. ’Dat is waar, en hoe leuk zou het niet zijn als we kunnen gaan reizen of Miranda en Claus een toelage kunnen geven’. Tim gaf geen antwoord omdat hij met zijn gedachten al weer heel ergens anders was. En omdat er deze keer geen straaltjes water over zijn rug liepen bleef het beeld dat hij voor ogen had lekker lang hangen.

 

‘Dinsdagavond en zoals gewoonlijk weer geen moer op de TV’, bromde Tim. Zullen we een filmpje opzetten’. ‘Goed idee’, riep Jelka uit de keuken, ‘dan gooi ik er nog een bakkie in’. En zo zaten ze even later samen op de bank naar “de Marathon” te kijken. Na dik anderhalf uur waren ze het er samen over eens, leuke film en op het eind nog een brok in je keel ook. Jelka verzamelde de kopjes en de glazen en ging naar de keuken. ‘Ik kijk nog even naar het journaal en dan hou ik het voor gezien’ zei Tim, terwijl hij aanstalten maakte om zijn computer af te sluiten. ’Verrek, dat is waar ook, misschien zijn we wel rijk. Ik zal gelijk even kijken op de website van de loterij’. En hij Googlede “staatsloterij trekkingsuitslag”. Meteen klikte hij door op “Trekkinguitslag van 10 maart – Staatsloterij” en riep naar de keuken, ‘Jel waar heb je dat lot gelaten’. ‘Hier aan de koelkast’. ‘Geef even de nummers dan kan ik ze invoeren’. ‘Komt ie, eerst een H en dan een L heb je dat’. ‘Ja kom maar op’. ‘Zeven, een, drie, zes en dan een vier’. Nauwkeurig toetste Tim de nummers in het daarvoor bestemde balkje onder de vraag “Ben jij een van de winnaars?” en klikte op de oranje “Check je lot” toets. In het blauwe balkje verscheen het woord “Spannend” en toen even later “Je prijs is bekend”. Langzaam, maar met steeds toenemende snelheid begon de balk naar beneden te schuiven om de gewonnen prijs op te zoeken. Toen hij uiteindelijk stopte op een oranje vlakje viel er een rolmenu naar beneden waar op stond,

 

“Je hebt de jackpot van 30.300.000,00 gewonnen”.

Bel nu met de staatsloterij

Het is echt waar, jij bent de winnaar van deze mooie prijs!

Heb je een deellot gekocht, dan geeft elk deellot recht op een evenredig deel van de gewonnen prijs. Maar hoe ontvang je je prijs? Neem contact op met de Staatsloterij en dan zal je verder geïnformeerd worden: 

0800-0231 303 (gratis)

 

Tim las het, maar het drong niet tot hem door. Tim las het nog eens maar alleen de rare prikkels in zijn gezicht verraadde dat er wat aan de hand was. ‘En’, riep Jelka uit de keuken, ‘hebben we wat’. Bij Tim was het er weer, dat gevoel van die klappende ballon en het straaltje water dat over zijn rug liep toen hij in het heden terug keerde. Hij moest eerst een keer slikken voor hij naar de keuken kon roepen ‘ja, we zijn miljonairs’. ‘Ja, in Libanese Petoties zeker’, riep Jelka terug, ‘maar hoeveel in Euro’s is dat’.

Na nog een keer slikken kon Tim het er uit persen. ‘Dertig miljoen driehonderdduizend om precies te zijn, maar kom even hier naar toe om het zelf te checken, want ik denk dat ik gek ga worden’. Jelka liep met de koffie kopjes nog in haar handen naar de woonkamer en keek op het computer scherm. De kopjes vielen op de grond toen ze zich in een flits omdraaide en naar de keuken rende om het lot van de koelkast af te plukken. ‘Hier, hier, check het nog een keer voor ik flauw val’. Tim bekeek het lot en kon niet anders dan toegeven dat er geen fouten waren gemaakt met het invoeren. ‘Bellen, bellen, we moeten bellen’ riep Jelka met een hoge stem die duidelijk opwinding verraadde. ‘Om half twaalf in de avond, je bent toch niet gek of zo, er is daar natuurlijk niemand aanwezig. We moeten wachten tot morgen. Er kan wel een fout op die website zitten of zo, weet ik veel. Misschien maken we ons wel blij met dooie mus. Ik moet eerst een borrel om een beetje tot rust te komen en dan gaan we eens goed nadenken wat we gaan doen’. Jelka was op de bank neer geploft en bekeek het lot nog eens goed. ‘Ik zie dat je eindelijk je lot in eigenhanden hebt genomen’ riep Tim over zijn schouder terwijl hij voor hen beide een flinke bel Whisky inschonk. Hij ging naast haar zitten en onderwierp ook nog maar eens een keer het lot aan een inspectie. Maar hoe ze ook keken er was niks vreemds aan te zien. Alleen het nummer en de lettercombinatie die ze nu uit hun hoofd konden opzeggen. HL 71364 het was niet te geloven. Maar langzaam, heel langzaam begonnen ze alle twee te beseffen dat het wel eens waar zou kunnen zijn. Ze keken elkaar aan, proosten en namen een ferme slok. ‘Ik moet het aan iemand vertellen’ zei Jelka, ‘ik klap van de spanning’. ‘Maar het is midden in de nacht, we moeten wachten tot morgen. En wat betreft dat vertellen zou ik ook maar terughoudend zijn, je weet hoe het die mensen uit Drente is vergaan. En dat was in vergelijking nog maar een klein bedragje’. ‘Nou klein bedragje, dat ging wel over tien miljoen hoor’. ‘Dat bedoel ik, we hebben het hier over ruim drie keer zoveel. Ik denk dat we het zo stil mogelijk moeten houden’. ‘Je hebt gelijk, maar het komt ook niet dagelijks voor dat ik miljoenen win’. ‘Laten we dan maar flink dronken worden want van slapen zal toch wel niets komen’. En zo geschiede, de hele nacht werd er ouderwets gespeculeerd over wat ze allemaal met het geld zouden gaan doen. Alleen was er één klein verschil, ze zouden het ook allemaal gaan doen.

 

 

bottom of page